Oudegracht 113 te Utrecht
Vanaf de gracht is Fresenburg nog steeds een fors pand,
maar het middeleeuwse stadsbeeld was met dit soort
stadskastelen
nog veel indrukwekkender.
Tussen de lage huizen stonden af en toe wat toen 'torenhoge huizen' genoemd werd. We herkennen nog
Oudaen,
Drakenburg,
Groot Blankenburg,
Groenewoude.
Ook vandaag de dag zijn ze indrukwekkend, maar wie Fresenburg als een massief blok
tussen de nog steeds veel kleinere huizen ziet liggen, raakt onder de indruk.
En dan te bedenken dat de enorme kap ontbreekt. De merkwaardige
gekanteelde
schoorsteen is vermoedelijk de opvolger van een middeleeuwse soortgenoot.
Het
diepe huis
stamt uit de
13e eeuw,
de links terugliggende halfronde
traptoren
uit de
14e,
het achterhuis uit de
16e eeuw.
De
voorgevel
was een van de meest indrukwekkende van de stad.
Deze
trapgevel
werd geflankeerd door arkeltorentjes, die aansloten op de
weergang
op de zijgevel. Helaas had men in
1858
een andere smaak, maar
ondertussen is de
pleisterarchitectuur
van deze gevel een onmisbaar onderdeel geworden van
het mooiste grachtbeeld van Nederland.
Dat het rechter buurpand
'
Klein Fresenburg'
heet,
geeft aan dat het ontstaan is als zijhuis van de grote broer.
Tekst: Jean Penders, 05-2006. Bronnen: zie literatuurlijst. Afbeelding: Jean Penders